Wees ook eens lief voor de zzp’ers

‘De opdrachtgever waarvan je als freelancer een kerstpakket krijgt; je voelt je bijna een volwaardig onderdeel van de samenleving.” Wie als freelancer werkt, zal deze hartenkreet van zelfstandig journalist Geert Maarse op Twitter herkennen. Want zo werkt het op de huidige arbeidsmarkt: ‘echte’ werknemers krijgen naast hun salaris onder meer teamuitjes, vrijmibo’s, kerstpakketten, wordt-snel-beter-fruitschalen en heidagen. En freelancers mailen wat met de opdrachtgever, doen hun kunstje, sturen de factuur en werken weer verder. Toch?

Er zijn uitzonderingen op de regel. Opdrachtgevers die meerd doen voor ‘hun’ freelancers dan alleen opdrachten verstrekken en (als het meezit) op tijd de facturen betalen. Van wie je bijvoorbeeld wél mee mag met het bedrijfsuitje of een kaart krijgt als je ziek bent. En dat werpt zijn vruchten af, blijkt uit een rondgang langs verschillende zelfstandigen.

Afkicken

Eveline Bersma (60) werkt freelance als conferentie- en evenementenorganisator voor de protestantse hulporganisatie Kerk in Actie. „Mijn opdrachtgever praat me voortdurend bij over het werk”, zegt ze. „Zij is een ideale leidinggevende die het beste uit mij haalt en zeer respectvol met me omgaat.” Bersma is bijvoorbeeld welkom op de jaarlijkse teamdag. „Afgelopen jaar bezochten we een duurzaam werkende boerin die een rondleiding gaf over haar boerderij. Iedereen – medewerkers, vrijwilligers en zzp’ers – voelde zich betrokken.” Verder krijgt ze elk jaar een kerstcadeau. „Ik kan een geschenk van een bepaald bedrag kiezen, of het bestemmen voor een project van Kerk in Actie. Ook krijg ik een kaartje met mijn verjaardag, en na afloop van een project bloemen en waarderende woorden.”

Die extra’s zorgen er volgens Bersma voor dat ze zich meer betrokken voelt bij de organisatie. Ook motiveert het haar haar werk goed te doen. Het enige nadeel zijn de ontwenningsverschijnselen: „Ik moet altijd afkicken als het project voorbij is en ik weer een nieuwe opdrachtgever moet vinden.”

Ook bij inkoopspecialist Kees de Heer (57) is freelancen meer dan produceren en factureren. De Heer helpt bedrijven bijvoorbeeld hun it en distributie zo goed mogelijk in te kopen. Veel van zijn opdrachten krijgt hij via proQure, een dertigkoppig bedrijf uit Amsterdam dat inkoopspecialisten levert.

ProQure doet meer dan alleen opdrachten verdelen. Van het zeswekelijkse werkoverleg tot de eindejaarsgeschenken-tombola en het jaarlijks evenement met overnachting, De Heer is erbij. Ook bij de bedrijfsvoering wordt hij betrokken: „Ik denk in een intern clubje mee over de toekomst van dit bedrijf en ga mee naar salesgesprekken.”

De Heer merkt dat deze aanpak zorgt voor meer loyaliteit. „Ik word gezien als een volwaardig medewerker, voel me verbonden met het bedrijf en loop harder. Ik zou bijvoorbeeld momenteel niet zo snel een andere grote klus aannemen.” De Heer merkt daarnaast dat hij altruïstischer is richting zijn opdrachtgever. „Ik doe bijvoorbeeld onbetaald werk. Zo nam ik het initiatief voor een denkclubje over de toekomst van inkoopconsultancy. Dat doe ik in mijn eigen tijd. Als het gezamenlijk nut heeft hoeft iets niet altijd direct geld op te leveren.”

De voordelen van het intensief betrekken van zelfstandigen worden ook opgemerkt bij Rodesk, een klein digitaal creatief bureau uit Rotterdam. Het beschikt over een grote pool freelancers voor aanvullende expertise en tijdelijke extra capaciteit. Meestal is de relatie met hen puur zakelijk, maar er zijn uitzonderingen: „We hadden in 2015 en 2016 vanwege een aantal grote klussen een extra freelance backend-developer, die hier drie dagen per week zat”, vertelt mede-oprichter en strateeg Laurens Boex (35). „Hij lunchte mee, had een Rodesk-mailadres, ging mee met het bedrijfsuitje naar Keulen en was altijd bij het kerstdiner. Hij zag het niet meer alleen als uren draaien.” Volgens Boex profiteerden beiden van die innige samenwerking. „Hij was hierdoor heel betrokken bij onze projecten. Bovendien leerden we veel van elkaar. En hij dacht ook mee over onze werkprocessen.”

Achter de oren krabben

Toch zijn veel opdrachtgevers huiverig voor het bieden van extra’s als borrels, kerstpakketten en trainingen. De angst laat zich in één term samenvatten: verkapt werkgeverschap. In deze situatie lijkt de werksituatie van een freelancer te veel op die van iemand in loondienst. En dat mag niet: voor een zelfstandige hoeft een opdrachtgever namelijk geen loonbelasting en premies af te dragen. Omdat de Belastingdienst in zulke gevallen fikse boetes kan uitdelen, zijn veel bedrijven terughoudend.

Dat blijkt ook in de praktijk: MKB Nederland laat desgevraagd weten geen opdrachtgevers te kunnen vinden die willen praten over expliciet ‘lief’ zijn voor zelfstandigen. Ook trok een van de geïnterviewden voor dit artikel haar verhaal achteraf weer in. „Mijn opdrachtgever en ik denken dat hierdoor de opdrachtgever in de problemen kan komen, omdat de Belastingdienst kan beslissen dat ik als freelancer als werknemer moet worden aangemerkt”, liet zij weten. „ Dat is iets wat wij beiden absoluut niet willen.”

Woordvoerder Leo Kits van Stichting ZZP Nederland (met ruim veertigduizend freelancers in de achterban) snapt die voorzichtigheid wel. „Als de relatie met een freelancer veel lijkt op die met een werknemer, dan riekt dat voor de Belastingdienst naar een verkapt dienstverband. Je kunt er beter alles aan doen om die schijn te voorkomen.” Wat mag er dan wel? Kits: „Daarover kunnen wij geen algemene uitspraak doen. In principe mag vrijwel alles, zolang je maar kunt uitleggen dat je compleet zelfstandig werkt.”

Een woordvoerder van de Belastingdienst laat weten dat controles altijd betrekking hebben op individuele gevallen, en dat daarbij alle omstandigheden worden bekeken. Belangrijke criteria voor zelfstandigheid zijn bijvoorbeeld of iemand zelf mag bepalen waar, wanneer en hoe hij het werk doet. „Deelname aan een personeelsuitje of het krijgen van een kerstpakket zijn minder relevant.”

Nu is de kans op controle klein: nog niet 1 procent van de freelancers krijgt volgens Kits ooit een inspecteur over de vloer. Potentiële problemen ontstaan vaak bij een langdurige samenwerking waarin het onderscheid tussen een interim en een werknemer vervaagt. Kits: „Je ziet dat bijvoorbeeld vaak bij de overheid en banken, waar mensen al jaren zitten. Ze komen om half negen binnen, lunchen met de rest, krijgen een kerstpakket en maken gebruik van bedrijfsdiensten. Doe je dan hetzelfde werk als een werknemer, dan bestaat het gevaar op verkapt werkgeverschap en moet je jezelf goed achter de oren krabben.”

Voor controles van de Belastingdienst is zzp’er Eveline Bersma in ieder geval niet bang. „Hoe ik samenwerk met Kerk in Actie vindt de Belastingdienst prima. Ik had al jaren een VAR-verklaring en voldoe ook binnen de nieuwe regelgeving aan de eisen die worden gesteld.” Ook proQure-freelancer De Heer heeft de zaken met zijn opdrachtgever naar eigen zeggen goed geregeld. „Ik betaal mijn eigen auto, heb mijn eigen laptop en gebruik mijn eigen software. Ook ligt alles contractueel vast en voer ik opdrachten naar eigen inzicht uit. Ik woon aan het water, dus als ik een keer wil zeilen, haal ik mijn werk ’s avonds of in het weekend in. Die autonomie vind ik heel prettig. En proQure ook, want ik ben flexibel inzetbaar.”

Bij designbureau Rodesk valt het even stil als de term ‘verkapt werkgeverschap’ valt. „Ja, daar lijkt het wel op”, reageert Laurens Boex. „We hebben hier destijds totaal niet over nagedacht.” Toch verwacht hij geen problemen. „De ontwikkelaar in kwestie werkte ook veel voor andere opdrachtgevers. Daarnaast hadden we duidelijke afspraken over wanneer hij beschikbaar was.”

Erbij horen

Mede vanwege het grijze gebied zijn er ook freelancers die juist helemaal niet zitten te wachten op extra’s van hun opdrachtgevers. It-specialist Jos Warmer (58) is zo iemand. Volgens hem is er al sprake van een uitstekende relatie als de opdrachtgever opdrachten geeft, hiervoor betaalt en zijn afspraken nakomt. Warmer: „Dan ben ik een tevreden mens.” Niet-noodzakelijke cursussen en andere extra’s slaat hij af. Ook helpt hij niet mee als een opdrachtgever het personeel vraagt mee te zoeken naar nieuwe collega’s. „Dat is geen deel van de opdracht, maar bedrijfsvoering, dus daar doe ik niet aan mee. Ik pas ook altijd voor functioneringsgesprekken. Persoonlijke ontwikkeling regel ik zelf wel.”

Hij merkt, ook vanwege de soms lange doorlooptijd van zijn klussen, dat sommige opdrachtgevers die afstandelijkheid lastig vinden. „Zij vinden dat ik erbij moet horen. Ik moet daarom regelmatig duidelijk maken dat ik er niet vast werk. Ik zorg voor mijn eigen laptop, toetsenbord en tekentablet. Mijn tijdelijke e-mailadres gebruik ik puur voor communicatie over de inhoud. Zaken als facturen stuur ik altijd via mijn eigen mailadres. Dat maakt het verschil goed duidelijk.”

Leave a Comment