Een minimum-uurprijs voor zzp’ers mag niet collectief worden afgesproken, bijvoorbeeld in een cao. Dat laat de Autoriteit Consument en Markt weten. Zulke afspraken vallen onder kartelwetgeving en zijn verboden.
Verschillende partijen zijn vóór zulke minimum-afspraken. Vakbonden en mensen die zich het lot van zzp’ers aantrekken omdat op die manier het inkomen voor zzp’ers verhoogd kan worden, werkgevers vooral uit overwegingen van marktbescherming: als zzp’ers een hoger uurloon vragen staan de prijzen minder onder druk.
In de architecten-cao van 2015 is een dergelijke minimumprijs voor zzp-architecten opgenomen: veel medewerkers van architectenkantoren verloren hun vaste baan en werden op projectbasis weer ingehuurd. Voor hun tarief werd per cao een minimum afgesproken.
Het is maar de vraag of deze regeling door de uitspraak van de ACM getroffen wordt. Dat intstituut stelt namelijk dat minimum-prijsafspraken tussen ondernemers niet mogen omdat dat de vrije markt zou verstoren, maar maakt een uitzondering voor tarieven voor zzp’ers die werk doen dat met dat van medewerkers vergeleken kan worden en dus als ‘schijnzelfstandig’ kan worden aangemerkt. Het Europees hof heeft daarover bepaald (in een zaak die ging over freelance leden van een orkest) dat dan wél minimum prijsafspraken gemaakt mogen worden.
Het scheve hier is dat er dus volgens de ACM prijsafspraken mogen worden gemaakt met deze ‘schijnzelfstandigen’, terwijl de fiscus deze zelfde ‘schijnzelfstandigen’ beschouwt (volgens de uitgestelde Wet-DBA) als ‘gewone’ werknemers over wie door de inlener/werkgever sociale lasten moeten worden afgedragen.
Leave a Comment
You must be logged in to post a comment.