Er zijn nu twee modelovereenkomsten voor freelance journalisten. Welke kies jij?

Er zijn nu twee modelovereenkomsten voor freelance journalisten die zijn goedgekeurd door de Belastingdienst. Maar welke kan je nu het beste kiezen als je zzp’er bent? Zzp-expert Pierre Spaninks vergeleek de twee modelovereenkomsten.

Naast het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) beschikt nu ook de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) over een goedgekeurde modelovereenkomst voor de inzet van freelancers.

Welke criteria de doorslag geven is afhankelijk van ieders specifieke situatie, maar de kans op problemen achteraf met de Belastingdienst lijkt me met die van het NUV het kleinst.

De goedgekeurde modelovereenkomst van het NUV is te vinden op de site van de Belastingdienst. Die van de NVJ vooralsnog alleen op de website van de vakbond zelf.

Bij de modelovereenkomst van het NUV kunnen we ook de overwegingen lezen op grond waarvan de Belastingdienst zijn goedkeuring heeft verleend. Bij die van de NVJ ontbreken die.

Een praktisch probleempje in dit opzicht is dat de NVJ niet aangeeft welk nummer de Belastingdienst aan de overeenkomst heeft toegekend. Zonder dat nummer kunnen gebruikers er in hun onderlinge correspondentie niet op een rechtsgeldige manier naar verwijzen.

Nooit 100% zekerheid

Ook zonder de bijbehorende toelichting van de Belastingdienst zal duidelijk zijn dat welke modelovereenkomst dan ook alleen maar een indicatie geeft of er daadwerkelijk sprake is van een dienstverband of van zelfstandigheid.

Opdrachtgever en opdrachtnemer moeten vooral in de praktijk werken conform de overeenkomst, en moeten bij controle achteraf kunnen aantonen dát zij dat hebben gedaan. Anders dan de VAR geeft een modelovereenkomst geen zekerheid vooraf.

Doelgroep van de overeenkomsten

De overeenkomsten van NUV en NVJ hebben niet precies dezelfde doelgroep op het oog.

Die van het NUV is bestemd voor freelance auteurs en redactiemedewerkers. Onder die laatste groep vallen bijvoorbeeld ook eindredacteuren.

De overeenkomst van de NVJ richt zich uitdrukkelijk alleen op auteurs en fotografen.

Geen werkgeversgezag

Zowel het NUV als de NVJ hebben er in bij het opstellen van hun modelovereenkomst voor gekozen om loondienst zoveel mogelijk uit te sluiten door aan te voeren dat er geen sprake is van werkgeversgezag.

Een begrijpelijke keuze, want het alternatief van vrije vervangbaarheid is voor nogal wat makers geen haalbare kaart.

Een derde mogelijkheid om een dienstverband uit te sluiten was geweest om aan te voeren dat een maker geen loon ontvangt maar royalties, dat wil zeggen een vergoeding voor het gebruik van een licentie. Maar dat zou waarschijnlijk tot een jarenlange discussie met de Belastingdienst hebben geleid.

Instructies

Wie werkgeversgezag zegt, zegt instructies. Voor de Belastingdienst mag een opdrachtgever alleen instructies geven die gericht zijn op het resultaat van de opdracht en niet op de wijze waarop dat resultaat tot stand komt.

Als het gaat om kranten en tijdschriften kun je over veel instructies twisten waar ze precies op gericht zijn. Zo schijnt de Belastingdienst bij de besprekingen over de modelovereenkomst van het NUV serieus te hebben ingebracht dat de vraag aan de freelancer om zich aan het Groene Boekje te houden al op een dienstverband wees.

Het NUV heeft dat niet elegant maar wel effectief opgelost door alle instructies waarvan zij wist en dat uitgevers en redacties die aan hun freelancers geven, een voor een met de Belastingdienst door te spreken. Dat heeft geresulteerd in een aantal bijlages waarin gedetailleerd wordt aangegeven wat er allemaal wél mag.

De NVJ-overeenkomst laat zich alleen in algemene termen uit over de vraag welke instructies zijn toegestaan en welke niet. Daarbij valt op dat de vakbond deelname van freelancers aan redactievergaderingen uitsluit, omdat ook dat een indicatie van gezag en dus loondienst zou zijn. Het NUV doet dat, naar mijn smaak terecht, niet.

Auteursrecht

Een belangrijk verschil is de manier waarop het NUV en de NVJ het auteursrecht behandelen.

De overeenkomst van het NUV gaat er conform de wet van uit dat de zelfstandige maker het auteursrecht heeft op zijn werk. In de jurisprudentie is het hebben van auteursrecht (cq de afwezigheid van werkgevers-auteursrecht) een belangrijke indicatie voor zelfstandigheid.

Van dat auteursrecht is het recht op commerciële exploitatie van het betreffende werk afgeleid. De overeenkomst van het NUV laat het aan opdrachtgever en opdrachtnemer over om daar nadere afspraken over te maken. In de praktijk zal dat vaak gebeuren via de algemene voorwaarden van de uitgeverij, waar de maker dus weinig invloed op heeft.

De overeenkomst van de NVJ maakt de diametraal tegenovergestelde keus. Je zou zelfs kunnen zeggen dat dat eerder een overeenkomst is waarbij de maker aan de uitgever een licentie verleent om het werk dat hij vervaardigt te exploiteren, dan een overeenkomst waarbij de uitgever bij de maker de opdracht uitzet om een bepaald werk te produceren.

Sociale zekerheid

Opmerkelijk ten slotte is dat de NUV-overeenkomst, in afwijking van wat inmiddels de norm lijkt te zijn geworden, een fictief dienstverband niet per definitie uitsluit. Daardoor blijft voor sommige categorieën freelancers (lager betaald, meer afhankelijk) een vorm van sociale bescherming in te roepen. Onder (overigens strenge) voorwaarden kunnen die daardoor recht krijgen op een uitkering bij werkloosheid en arbeidsongeschiktheid.

De NVJ heeft ervoor gekozen om opdrachtgever en opdrachtnemer in hun overeenkomst een beroep op zo’n fictief dienstverband expliciet uit te laten sluiten. Dat is tegenwoordig vrijwel standaard, omdat het een sterke indicatie oplevert voor de afwezigheid van een dienstverband.

Het nadeel is echter dat veel opdrachtgevers de juridische formulering al niet snappen die daartoe dient, laat staan dat opdrachtnemers zouden beseffen wat de handtekening inhoudt die zij daaronder zetten.

Samenvatting

  • beide overeenkomsten zijn goedgekeurd door de Belastingdienst
  • geen van beide geeft echte zekerheid over de fiscale kwalificatie van de arbeidsrelatie
  • de NUV-overeenkomst biedt wat meer zekerheid omdat die de Belastingdienst minder speelruimte geeft bij eventuele controles
  • door deelname aan redactievergaderingen uit te sluiten, lijkt de NVJ-overeenkomst minder mogelijkheden te bieden voor samenwerking op de werkvloer met medewerkers in loondienst
  • auteursrechtelijk kiest de NVJ-overeenkomst ten principale voor licentieverlening terwijl de NUV-overeenkomst dat overlaat aan partijen
  • de NVJ-overeenkomst sluit een beroep op de sociale bescherming van het fictieve dienstverband uit, de NUV-overeenkomst houdt die mogelijkheid open

Deze blogpost verscheen eerder op het weblog van Pierre Spaninks.

Leave a Comment