Na zijn studie literatuurwetenschap ging Robert Schieding aan de slag als redacteur bij een uitgeverij in Berlijn. Een vaste baan kon die hem helaas niet bieden. “Om mijn werk te blijven doen, was het noodzakelijk dat ik zzp’er werd,” zegt hij. Voor veel Nederlandse ondernemers in de creatieve sector is dit een herkenbare keuze. Met één belangrijk verschil: in Duitsland is er een verplichte ziektekosten- en pensioenverzekering voor freelance kunstenaars en publicisten, de Künstlersozialkasse (KSK).
“Zonder de KSK had ik het me niet kunnen veroorloven zzp’er te worden,” zegt Schieding. Wie zich in Duitsland als zzp’er particulier verzekert, betaalt minstens 370 euro per maand, afhankelijk van zijn inkomen. De kosten voor de pensioenverzekering komen daar nog eens bovenop. Van die kosten betaalt de Künstlersozialkasse voor haar leden de helft. Vergeleken met Nederland is 370 euro voor je ziektekostenverzekering veel geld, maar daar staat tegenover dat het Duitse ziekenfonds meer vergoedt.
Creatieve zzp’ers krijgen via de Künstlersozialkasse dus dezelfde verzekeringen als hun collega’s met een vaste baan, voor wie de werkgevers de helft van de verzekeringen betalen. Ook na hun pensioen hebben ze recht op een wettelijke ziektekostenverzekering. De KSK werd in 1983 opgericht, nadat uit onderzoek was gebleken dat zelfstandige kunstenaars en publicisten het moeilijker hadden dan andere beroepsgroepen. Voor zzp’ers uit andere branches bestaat in Duitsland overigens geen speciale regeling.
KSK is groeiend succes
Het budget van de Künstlersozialkasse bestaat voor 20 procent uit subsidie van de overheid, en voor 30 procent uit bijdragen van de opdrachtgevers van creatieve zzp’ers. De andere helft betalen de zzp’ers zelf. Het aantal leden van de KSK is de laatste vijftien jaar flink toegenomen. In 1992, het eerste jaar dat ook kunstenaars uit het voormalige Oost-Duitsland lid werden van de KSK, waren het er ruim 58.000. In 2015 waren meer dan 184.000 mensen via de KSK verzekerd.
Die toename wordt volgens KSK-woordvoerder Monica Heinzelmann niet veroorzaakt door een stijging van het aantal zzp’ers. Sinds 2012 neemt hun aantal in Duitsland juist af, waarschijnlijk omdat er meer vaste banen zijn, blijkt uit een onderzoek van het Deutsche Institut für Wirtschaftsforschung (DIW). Heinzelmann: “De meesten van onze leden hebben beroepen die je alleen als zelfstandige kunt uitoefenen. Zonder de KSK zouden ze waarschijnlijk een ander beroep moeten kiezen.”
Dat de KSK meer leden heeft, komt volgens Heinzelmann doordat de Künstlersozialkasse bekender is geworden onder kunstenaars en publicisten. Daarnaast breidt het aantal beroepen dat voor de KSK in aanmerking komt zich uit. Ook schrijvers van internetteksten en vormgevers van apps – beroepen die tien jaar geleden nog niet bestonden – komen in aanmerking voor de KSK. “Als er nieuwe creatieve beroepen bijkomen, toetsen wij of het om een kunstzinnige bezigheid gaat of niet,” zegt Heinzelmann. Soms gaat dat via de rechtbank, zoals in 2014, toen een docente voor jazzdance en hiphop na jaren procederen gelijk kreeg. Haar beroepsgroep is nu ook in de KSK opgenomen.
Bedrijven vinden KSK te duur
Het groeiende aantal leden leidt wel tot een discussie over de kosten van de KSK. De bijdrage die opdrachtgevers aan de KSK betalen, steeg van 3,9 procent van het honorarium in 2012 naar 5,2 procent in 2014. ‘Bedrijfsleven loopt storm tegen de Künstlersozialkasse’, kopte de FAZ in augustus vorig jaar. Bedrijven vinden vooral de kosten voor het papierwerk dat de bijdrage met zich meebrengt te hoog. Volgens een berekening van de Hessische ondernemersvereniging betalen ze per euro honorarium voor een zzp’er een euro extra voor de KSK. De vereniging wil dat kunstenaars de bijdrage zelf betalen, en anders hoort de KSK te worden afgeschaft.
Sinds begin 2015 wordt bij veel meer bedrijven gecontroleerd of ze de bijdrage voor de KSK betalen. Tot eind 2014 controleerde de Duitse pensioenverzekering (DRV), die voor de controle verantwoordelijk is, 70.000 bedrijven per jaar, nu zijn dat er 400.000. Die intensivering van de controles moest de bijdrage voor opdrachtgevers laten dalen, legt Heinzelmann uit. Dat is gelukt: sinds januari van dit jaar bedraagt de bijdrage nog maar 4,8 procent.
Schieding koos uiteindelijk voor een vaste baan bij een reclamebureau. “Freelancen was toch niet wat ik wilde,” zegt hij. “Je moet altijd nieuwe opdrachten zoeken, er achteraan zitten.” Wel doet hij naast zijn werk een deeltijdstudie creatief schrijven. Hij hoopt in de toekomst op een baan waarin hij meer van zijn creativiteit kwijt kan.
Leave a Comment
You must be logged in to post a comment.